Het Prutspakket
Gedurende mijn afstudeerjaar aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht in 2021 heb ik een onderzoek uitgevoerd in samenwerking met het museum SCHUNCK, voornamelijk met Simoon Hanssen. Samen hebben we gezocht naar oplossingen om kinderen meer te enthousiasmeren voor beeldende kunst, waarbij SCHUNCK dit kan implementeren in het eigen educatieprogramma.
Kinderen enthousiasmeren voor beeldende kunst is een grotere kwestie dan aan het begin van het afstudeerjaar bleek te zijn. Er zijn weinig kinderen tijdens hun vrijetijd in musea of andere kunstinstellingen aanwezig. Dit blijkt verschillende oorzaken te hebben. Kinderen ervaren musea vaak als saai of onaantrekkelijk. Wanneer een museum niet inspeelt op de behoeften van een kind, zullen er weinig kinderen naar het betreffende museum gaan. Hoe interessant de collectie dan ook mag zijn. Kinderen denken vaak nog out of the box. Deze eigenschap moet getriggerd worden. Zodra musea interactief zijn waar kinderen zowel kunnen kijken als zelf opdrachten uitvoeren, zullen er meer kinderen in het museum vertoeven.
Het onderzoek en -project is opgestart door niet alleen de beeldende kunstsector te benaderen, maar natuurlijk ook door kinderen erbij te betrekken. Zij weten tenslotte het beste waarom ze niet naar een bepaald museum gaan. In samenspraak met Simoon Hanssen, namens museum SCHUNCK, is er verder onderzoek gedaan naar de vrijetijdsbesteding van kinderen en hoe de bevolking van Heerlen eruitziet. Uiteindelijk is de volgende vraag ontstaan:
“Hoe kan ik als manager beeldende kunst in combinatie met andere kunstzinnige disciplines van SCHUNCK een waardevol programma creëren voor families en gezinnen uit Heerlen in de vrijetijdsmarkt?”
Deze vraag heeft als doel om een vrijetijdsprogramma op te starten. De vraag heeft immers niet alleen betrekking op de sector maar ook op kinderen en hun families/gezinnen. Musea willen meer kinderen naar zich toe trekken en voor kinderen is het belangrijk dat zij met kunst in aanraking komen. Zodra kinderen met kunst in aanraking komen, hebben ze meer ontwikkelingsmogelijkheden.
Er zijn verschillende de activiteiten van het vrijetijdsprogramma getest. Dit in combinatie met allerlei bijkomende aspecten, zoals gedragsindicatoren. De vormgeving van de prototypes is hetzelfde gebleven. De inhoud van het prototype verandert echter per test. Op deze manier komen er verschillende activiteiten aan bod. De activiteiten zijn in een doos gegoten, waarin opdrachtenkaarten en bijbehorende benodigdheden zitten. Het prototype heeft de naam ‘Prutspakket’ gekregen. Deze ‘Prutspakketten’ zijn naar zeven verschillende gezinnen verzonden. Beide prototypes werden met enthousiasme ontvangen. De vormgeving en details werden beide keren positief beoordeeld. Er zijn twee prototypes getest. Zo bleek uit de eerste test dat de leesopdracht door het overgrote deel van de deelnemers negatief werd ervaren. Vaak kwam dit doordat de ouders niet goed konden (voor)lezen. De opdracht met betrekking tot de bloembommen werd als leukste ervaren, omdat er hier veel geëxperimenteerd kon worden door de kinderen met de hulp van de ouders. Het tweede prototype werd met het meeste enthousiasme ontvangen. Aangezien er hier meer creativiteit gebruikt kon worden. De bevindingen uit deze testen zijn meegenomen naar het uiteindelijke programma voor SCHUNCK, het educatieprogramma ‘Kloemele’.
Het advies voor het vrijetijdsprogramma is gegrond op deskresearch, interviews, probes, focusgroep, de kennis van experts en de kennis binnen SCHUNCK. Dit advies houdt rekening met de huidige omstandigheden door COVID-19. Door in de toekomst te continueren met het vrijetijdsprogramma en de ‘Prutspakketten’ zullen meer kinderen geënthousiasmeerd worden voor beeldende kunst. Aan beide adviezen is daarom ook een marketingstrategie toegevoegd.